Printversie: 2015 Lange lijn
Stel, u wordt gearresteerd (bijv. omdat uw hond los liep) en de agent maakt u met handboeien aan zijn pols vast. Uw bewegingsvrijheid is zeer beperkt en u moet vlak naast de agent blijven. Wilt u iets verder weg dan wordt het u pijnlijk bewust gemaakt, dat dit niet kan. Het is een onaangename situatie en u wilt eigenlijk alleen maar ver weg van die agent en los van die pijnlijke handboei.
En dan nu de hond: middels een halsband is hij verbonden met zijn begeleider. De hals is een gevoelige en kwetsbare plek met de luchtpijp, slokdarm, belangrijke zenuwen, bloedvaten, spieren, de schildklier en beweeglijke gewrichtjes tussen alle nekwervels.
Een tuig is natuurlijk al veel beter dan een halsband! Maar toch: hoe korter de riem is, des te minder bewegingsvrijheid heeft de hond. Als de hond iets verder weg wil wordt hij er pijnlijk aan herinnerd dat dit niet kan. Vaak wordt het verder weg willen nog bestraft ook, met een ruk aan de riem of het nog verder verkorten van de riem. Kleine hondjes worden hierdoor soms met de voorpoten van de grond getild. Als de baas dan ook nog eens boze uitroepen doet, is er maar één oplossing om uit deze onaangename situatie te komen: zo ver mogelijk weg van de baas en de riem proberen te lopen.
Het beeld is bekend: een hijgende hond, helemaal aan het einde van de riem, schuin weghangend van de baas of de kleine hondjes, kuchend, keffend en dribbelend op hun achterpoten.
Vaak wordt de riem extra kort gehouden bij een naderende andere hond (of bijv. jogger of fietser). Een hond leert door associatie. Dus als de hond bij het zien van een andere hond nog korter wordt gehouden, een ruk krijgt of half wordt opgetild leert deze: “andere hond=pijn in mijn nek en benauwdheid”. De reactie op pijn en een onaangenaam gevoel is angst en/of agressie bijv. door grommen, blaffen, tanden laten zien en uitvallen. De volgende keer dat er een hond aankomt reageert de hond al eerder met een agressieve reactie. De baas wordt boos en trekt nog harder aan de grommende en uitvallende hond. Er ontstaat een vicieuze cirkel en het gedrag neemt alleen maar toe.
Als de lijn lang wordt gelaten kan de hond in vrijheid wat snuffelen, rondkijken en de wereld onderzoeken. Via de lijn is er wel een voortdurend contact met de begeleider en dat geeft de hond een veilig gevoel. Als er nu iets is, waar de hond niet naar toe mag, dan kan de begeleider subtiel, maar duidelijk de druk op de riem vergroten, de hond afremmen en tot stilstand brengen. De hond ervaart dat er een grens is, stopt en kijkt nog even naar het object waar hij naartoe op weg was. In negen van de tien gevallen kijkt hij daarna om naar de begeleider, de riem wordt weer slap en begeleider en hond kunnen verder lopen, evt. met een tijdelijk korter vastgehouden riem. Of de begeleider trekt de aandacht van de hond, loopt zelf langs de riem naar de hond toe en lokt hem mee, weg van de situatie die hij wil omzeilen.
Let wel: de begeleider moet dus heel goed op de omgeving letten en anticiperen op wat er kan gaan komen en hij moet twee handen vrij hebben (dus niet ondertussen bellen…). Als begeleider en hond zo leren op een ontspannen manier met een lange, slappe lijn te lopen en te communiceren, leert de hond heel goed zijn grenzen kennen en accepteren. Dus als het naast een drukke straat nodig is aan een korte lijn te lopen, accepteert hij dat ook. Hij leert dat hij vrij mag snuffelen en onderzoeken als het kan en dat er ook situaties zijn, dat het even niet kan. Hij weet altijd dat zijn steun en toeverlaat aan de andere kant van de lijn is. Die begeleider helpt hem beslissingen te nemen, grenzen te leren kennen en gevaar te omzeilen en toch mag de hond doen wat hij het liefste doet: snuffelen en onderzoeken.
Zo wordt de wandeling leuk voor beide partijen en komt de hond aan zijn noodzakelijke (en inspannende) portie indrukken en ervaringen, zelfs als hij aan de lijn loopt! Daardoor wordt hij thuis ook rustiger.
Boek eens een wandeling en ervaar het zelf!
******
Een lange lijn is GEEN flexlijn!
Honden kunnen aan een lange lijn goed zelfstandig denken en functioneren en toch contact houden met hun geleider. Zo’n lijn kan 2 meter lang zijn, maar zelfs 5 of 10 meter.
Maar een lange lijn moet niet worden verward met een flexlijn.
Bij een flexlijn is er altijd spanning op de lijn. Hier mag een pup Amy begroeten, maar hij wordt wel gehinderd door de druk op de flexlijn. De hond is niet vrij en zelfstandig om dingen te onderzoeken, ervaren en leren. Hij voelt continu de druk en associeert alle nieuwe dingen met deze spanning op de lijn. Los van de lijn is die druk er niet. Dat is dus een heel nieuwe ervaring, die honden onzeker kan maken. Daardoor ontstaat soms ongewenst gedrag, zoals angst of agressie.

Bij een lange lijn kan er spanning zijn, als een grens wordt bereikt, maar de lijn kan ook gewoon slap zijn of zelfs op de grond liggen. Het verschaft de hond enorm veel vrijheid, de mogelijkheid om zelf beslissingen te nemen en het vergroot het zelfvertrouwen. Toch is er altijd de steun en waar nodig de bescherming van de begeleider en deze kan ook grenzen bepalen. Voor beide partijen geeft dit rust en vertrouwen. En omdat de hond ervaringen op kan doen zonder druk op tuig of halsband, zal hij ook los van de lijn profijt hebben van deze ervaringen.