Blaffen en meeblaffen

Printversie

Een hond blaft. Dat is natuurlijk gedrag en hij kan er veel mee vertellen.
Blaffen kan nodig zijn om zijn roedelgenoten te waarschuwen voor gevaar. Maar je kunt ook blaffen om iemand af te schrikken, om je frustratie kenbaar te maken of om aandacht te vragen. Elke blaf klinkt net even anders.

Blaffen is een zelfbelonend gedrag: honden vinden het fijn om te doen. Dus als ze eenmaal door hebben hoe ‘lekker’ het is, gaan ze het herhalen, zeker als het ook nog eens aandacht of iets anders positiefs oplevert!

  • De postbode komt – ik blaf – de postbode loopt naar het volgende huis: succes!
  • Het is stil en saai – ik blaf – er is direct een reactie omdat iemand ‘STIL’ roept: succes!
  • Ik wil uit de bench of door een deur – ik blaf – er komt direct iemand naar me toe die doet wat ik wil: succes!
  • Ik leg een speeltje voor iemand neer – ik blaf – er wordt gespeeld: succes!

En dan de deurbel: de bel gaat en direct komt er actie in huis, iemand staat op, vaak wordt er gesproken, de opwinding neemt toe. Het moet dus echt iets heel spannends zijn, die deurbel, dus uit pure opwinding gaat de hond blaffen.
Degene die naar de deur loopt roept ‘STIL, niet doen, STIL, hou op met die herrie’. Voor de hond klinkt dat als opgewonden mee blaffen. Het is dus echt heel, heel erg spannend, die deurbel. En hoe harder de hond blaft, des te harder blaffen wij mee!
Dan komt er ook nog de associatie dat die deurbel betekent dat er iemand aan de deur staan of zelfs binnenkomt: vreemde geuren en geluiden, personen of pakketten, gepraat, gedoe… kortom: feest.

De kunst is het blaffen snel te onderbreken. Bijvoorbeeld door een afleiding te bieden of een gedrag te vragen dat anders is dan blaffen. Timing is heel belangrijk. De hond leert door associatie van dingen die op hetzelfde moment gebeuren. Dus roep je STIL tijdens het blaffen leert de hond dat STIL nog harder blaffen betekent. Zeg je rustig, duidelijk ‘stil’ tussen de series blaffen (‘woef woef woef – pauze – woef – pauze – woef woef woef ‘) in, dan leert de hond dat niet blaffen ‘stil’ heet. Omdat je niet schreeuwt, maar zacht praat, wordt de aandacht van de hond ook eerder getrokken. En zo leert de hond blaffen van stil zijn onderscheiden.

Luister ook goed naar de blaf: een angstblaf klinkt anders dan een woedende blaf. Een vrolijk ‘speelblaf’ klinkt anders dan een frustratieblaf. Een ‘vraag om aandachtblaf’ klinkt anders dan een waarschuwingsblaf (‘Heb je het ook gehoord, baas?’)

Zo leer je langzamerhand de taal begrijpen en weet je bijvoorbeeld ook dat een bepaalde blaf echt hoge nood betekent, waarop actie noodzakelijk is!  Zo kan je op een waarschuwingsblaf antwoorden dat je het ook hebt gehoord en dat jij het probleem onder controle hebt of gaat oplossen. Dan kan de hond stoppen met blaffen en rustige verder slapen…

Blaffen is natuurlijk gedrag, maar in onze maatschappij vaak ongewenst. Leer dus de hond het blaffen niet af, maar leer zelf goed te luisteren en help daardoor de hond om het blaffen te beperken. Hond blij, baas blij, buren blij….

Reageren? Graag!

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s