Gouden regels bij het opvoeden van honden.
- De hond verstaat geen Nederlands (mensentaal)!
- Leer de hond eerst aan wat je bedoelt en koppel er daarna een woord (‘commando’) aan.
- De hond associeert dan het vertoonde gedrag met dat woord en leert zo wat de bedoeling is van jouw commando.
- Timing is heel belangrijk: komt de beloning als de hond bijv. alweer opstaat nadat deze heel even heeft gezeten, dan leert hij dus dat ‘zit’ betekent: opstaan en het snoepje aannemen!
- Aanleren is makkelijker dan afleren.
- Alles waar de hond succes mee heeft, zal hij herhalen, dus ook opspringen, wegrennen of kauwen op schoenen.
- Beloon vanaf dag één consequent wat je wel wilt en negeer, voorkom of vervang gedrag wat je niet wilt.
- Heb geduld, laat de hond nadenken welk gedrag hem het meeste oplevert en je zult verbluft staan, hoe snel een hond dat weet! (Helaas geldt dat dus ook voor het in onze ogen ongewenste gedrag….)
- Al het gedrag van de hond is natuurlijk gedrag.
- Wij bepalen wat wenselijk en onwenselijk is en we moeten de hond helpen om dat te leren begrijpen!
- Onze hond is volledig van ons afhankelijk om zich te kunnen handhaven in onze mensenmaatschappij.
- Wij zorgen voor een veilige en warme slaapplek, eten en voor het in goede banen leiden van alles wat we aan bedreigingen en uitdagingen tegenkomen: dat geeft een vertrouwensband en dan is ‘ongewenst ‘gedrag minder vaak nodig.
Opvoeden duurt ‘levenslang’!! Maar is de start goed, dan hebben jullie er allebei een hondenleven lang plezier van!
Veel succes!
Printversie: 2016 Gouden regels.
Hond en Kompas 