Zindelijk worden is een hele opgave. Als hond moet je leren waar je wel en waar je niet mag plassen en poepen en dat valt niet mee! Bij de één gaat dat heel snel, bij de ander kan dat zomaar een paar maanden duren, voordat het echt helemaal in orde is. Wanhoop niet, het komt goed!
De sluitspieren van de puppy’s zijn nog niet goed te besturen en de blaas en de darmen zijn nog maar heel klein. Daarom moeten puppy’s gewoon heel vaak plassen en poepen!
In het nest begint de moeder al met het aanleren van zindelijkheid, door alles direct op te ruimen en de kleine hondjes te leren buiten het nest hun behoefte te doen. In het begin is dat een ander deel van de werpkist/bench/kennel en later is dat nog verder weg van de plaats waar wordt geslapen, gegeten en gedronken.
Als de pup net in huis is, moet de pup in ieder geval mee naar buiten worden genomen na het slapen, na het eten, na het drinken, na het spelen en oefenen: minimaal iedere twee uur!
Ook ’s nachts is in het begin wellicht een plaspauze nodig. Haal tijdig het drinken weg, maar dan nog kan het teveel zijn voor die kleine blaas. Als de bench ’s morgens nat is, is de nacht te lang. Begin bijv. om 3.00 uur ’s nachts met een plasronde en schuif die tijd steeds een beetje verder op, totdat de pup het volhoudt tot het eerste gezinslid opstaat. In het begin kan het nuttig zijn in een deel van de bench een krant of puppytrainer neer te leggen, een apart hoekje waar de hond in geval van nood kan plassen zonder echt de slaapplek te bevuilen. Het is ook makkelijk om op te ruimen en te verschonen.
Word nooit boos, dat begrijpt de hond niet. Hij zal niet meer in jouw nabijheid durven plassen en verstopplekjes gaan zoeken, niet handig! Boos worden als het al een halve minuut of langer geleden is, heeft helemaal geen zin, het hondje is allang met iets anders bezig en snapt niet waar de boosheid opeens vandaan komt.
Betrap je de hond een keer bij het plassen, pak hem dan zonder woorden op en zet hem buiten. Zo ontstaat de associatie ‘opluchting-buiten’. En geef de pup een enorme beloning, al is het voor één druppeltje buiten! Wat iets positiefs oplevert – opluchting EN een beloning van een blije baas – wordt herhaald!
Maak de plekken waar de hond binnen plast goed schoon en zorg zo mogelijk, dat hij diezelfde plek niet weer kan gebruiken. Let heel goed op signalen die aan het plassen vooraf gaan: snuffelen, rondjes draaien, ineens geen aandacht meer om te spelen, naar de deur lopen, piepen, aandacht vragen. Beloon deze signalen direct met een tochtje naar buiten (wacht niet af!). Door deze actie (met de mooiste beloning die je op dat moment kan geven: kans om te plassen, opluchting en een beloning met een voertje en jouw stem toe) leert de hond dat hij jou kan waarschuwen. Hij zal dat meer gaan gebruiken: plezier voor twee!
Dan bestaat er ook nog een ‘deemoed’ of onderdanigheidsplasje, waarmee de puppy zegt: “ik ben nog een puppy, ik heb niets kwaad in de zin.” Het is vaak te zien als de baas thuiskomt, als iemand zijn stem verheft of als er iets heel spannend gebeurt. Dit is een reflex waar de hond niets aan kan doen en die verdwijnt als de hond zelfverzekerder wordt en zijn eigen plaatsje in het gezin gaat innemen.
Zindelijk maken vraagt veel geduld en begrip, maar het komt goed!!!
Printversie: 2016 Zindelijk worden.
Hond en Kompas 