Het antwoord op bovenstaande vraag is eenvoudig: de hond wil ergens naar toe en de riem met de daaraan vastzittende eigenaar verhinderen dat.
Trekkende honden staan hoog genoteerd in de lijst van ergernissen van hondeneigenaren. En het erge is, dat we het de hond vaak zelf aanleren.
Een pup wil niet graag wandelen en wil dus dolgraag terug naar huis. Grappig en vertederend, dus we lopen vrolijk achter het hondje aan terwijl de riem strak gespannen staat. Wat leert de pup? ‘Trekken loont, ik ben eerder thuis.’
Als de hond wat groter is en de kracht van de hond toeneemt, wordt het trekken vervelend. Dus tijd om het (aangeleerde) gedrag af te leren. Maar wat zie je gebeuren bij vrijwel iedere combinatie mens-hond?
Eerst heeft de baas gewoon zijn hand met de riem ter hoogte van de heup, vlakbij het lichaam. Dan gaat de hond trekken en laten we de hand meebewegen tot wel een armlengte afstand. Dan volgen meestal nog een paar pasjes in de richting waarin de hond trekt en dan zeggen we: ‘Foei, niet trekken!’ Maar de hond heeft ondertussen al geleerd dat trekken iets oplevert, namelijk een armlengte afstand en een paar pasjes in de door hem gewenste richting. Misschien heeft hij zelfs wel zijn doel bereikt en wordt het gedrag dus beloond!
Dan maar corrigeren?
Dit is wat veelvuldig op straat is te zien: elke keer als de hond trekt geeft de baas een korte, felle ruk aan de riem. De hond ervaart dat als zeer onaangenaam en reageert onmiddellijk met een beweging van de baas af: dus… trekken… waarop een nieuwe ruk volgt. (Actie=reactie)
Is stilstaan dan de oplossing?
De hond trekt, de baas stopt, de hond gaat zitten en mag weer verder lopen. Op zich is stilstaan een goede methode, maar hier ontstaat vaak een nieuw soort gedrag: trekken-zitten-lopen-trekken-zitten-lopen. Er ontstaat geen rustig meelopen aan een ontspannen lijn.
Wat dan wel?
- Stilstaan en een andere kant op lopen (de hond komt dus niet waar hij naartoe op weg was)
- Op andere manieren aanleren dat lopen aan een slappe riem wat oplevert.
Pups kunnen met leuke oefeningetjes al leren dat volgen en aansluiten meer oplevert dan vooruit lopen en trekken. Door met pups en oudere honden over korte stukjes consequent te oefenen, is netjes meelopen zeker aan te leren. Ze worden beloond met de stem, voer, een likje (van een beloningsstick of tube) of het mogen dragen van een favoriet speeltje) als hun kop naast de knie van de baas is.
Wees blij als dit lukt over een afstand van bijv. 2 meter en bouw deze afstand heel geleidelijk uit. Belonen kan na die oefenmeters ook bestaan uit een ‘vrij’: even mogen snuffelen bij de bosjes, iets wat de hond heel graag wil en waar hij dus veel voor over zal hebben!
Oefen op de terugweg, als de hond moe is van een wandeling, maar bij een jonge pup dus juist niet, want die wil te graag naar huis. Begin niet met oefenen vlakbij het strand of een andere plek waar de hond heel graag naartoe wil, want de motivatie om daar te komen is dan te groot om ander gedrag te kunnen aanleren. En het is de vraag of je van honden kunt vragen om daar, bij die fantastische plekken netjes naast je te lopen. Denk maar aan kinderen vlakbij de Efteling, de ijsboer of een speelgoedwinkel…
Er is dus iets te doen aan ‘de trekkende hond’, maar… dit vraagt veel geduld en een consequente aanpak door iedereen die met de hond loopt!